Het ITS voert al een halve eeuw grootschalig cohortonderzoek uit in het onderwijs. In dergelijk onderzoek worden grote groepen van leerlingen langere tijd gevolgd in hun schoolloopbaan. Belangrijke studies waren bijvoorbeeld Van Jaar tot Jaar, VOCL, LEO en PRIMA. In het schooljaar 2007/08 is het driejaarlijkse cohortonderzoek COOL5-18 gestart. Onlangs, in 2013/14, vond de derde (en laatste) meting in het basisonderwijs plaats. Deze werd gezamenlijk uitgevoerd door het ITS van de Radboud Universiteit en het Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Aan deze meting namen 28.529 leerlingen uit de groepen 2, 5 en 8 van 437 scholen deel. Er werd informatie verzameld bij leerlingen en hun ouders, bij leerkrachten en schoolleiders. Niet alleen zijn gegevens verzameld over de taal-, lees- en rekenprestaties van de leerlingen, maar ook over niet-cognitieve aspecten zoals gedrag, attitude, motivatie, zorg en burgerschap. Ook is de thuissituatie in kaart gebracht via vragen over de opleiding en het geboorteland van de ouders, over het hebben van betaald werk, over religie, en over taalgebruik en -vaardigheid. Daarnaast zijn gegevens verzameld over de voor- en vroegschoolse periode (bezoek kinderopvang, peuterspeelzaal en deelname aan een VVE-programma). Al deze informatie is beschreven in het technisch rapport van deze derde meting van COOL.
Rapport
Geert Driessen, Dorothé Elshof, Lia Mulder, & Jaap Roeleveld (2015). Cohortonderzoek COOL5-18. Technisch rapport basisonderwijs, derde meting 2013/14. Nijmegen: ITS/ Amsterdam: Kohnstamm Instituut.