Gevolgen van verschillende schooltijden nauwelijks onderzocht

Er zijn veel verschillen in de manier waarop kinderen hun tijd besteden aan onderwijs, opvang en vrije tijd. De manier waarop die tijd wordt ingevuld heeft niet alleen gevolgen voor de kinderen zelf, maar ook voor hun ouders en instellingen voor onderwijs, opvang en vrijetijdsbesteding. Door allerlei recente maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen is er steeds meer aandacht voor dit onderwerp. Gedacht kan worden aan de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen, de veranderde wet- en regelgeving, het gestegen gebruik van buitenschoolse opvang, experimenten met de verlengde schooldag en de toename van het aantal brede scholen. Op verzoek van het ministerie van OCW heeft het ITS een internationale studie verricht naar gevolgen van variatie in tijdsbesteding van basisschoolkinderen.

Uit deze studie blijkt allereerst dat er weliswaar enorm veel over dit brede onderwerp is gepubliceerd, maar dat het daarbij vooral om beschrijvingen en opinies gaat. Adequaat onderzoek naar effecten is nog nauwelijks verricht, en voor zover dat wel het geval is, heeft het hoofdzakelijk betrekking op de Verenigde Staten. Dergelijk onderzoek concentreert zich op effecten op de taal- en rekenprestaties bij leerlingen; niet-cognitieve aspecten zoals attitudes en gedrag hebben beduidend minder aandacht gekregen. Gevolgen voor ouders, scholen en instellingen voor opvang, sport of cultuur zijn nauwelijks onderzocht.

In de studie is een aantal onderwerpen uitvoeriger onder de loep genomen. Het gaat om: naschoolse programma’s; brede scholen; het bioritme; de (lange) duur van de zomervakantie; de invulling van een meer evenwichtige schoolkalender; uitbreiding van het aantal schooldagen; het op jongere leeftijd starten in groep 1; schakelklassen.

De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat er nauwelijks harde conclusies getrokken kunnen worden over effecten van variatie in de inrichting van tijd. Er is daarom dringend behoefte aan goed opgezet effectenonderzoek. Wanneer het specifiek gaat om het verbeteren van de leerprestaties van de kinderen, kan worden geconcludeerd dat de mate van succes van de uiteenlopende varianten afhankelijk is van verschillende factoren. Niet alleen is substantieel meer tijd nodig, maar ook moet er voldoende samenhang zijn met het reguliere onderwijsprogramma, dienen de begeleiders hoog gekwalificeerd te zijn (bij voorkeur de eigen leraren), en lijkt een meer individuele benadering effectiever.

Rapport

Geert Driessen, Adrie Claassen & Frederik Smit (2010). Variatie in schooltijden. Een internationale literatuurstudie naar de effecten van verschillende invullingen van de schooldag, de schoolweek en het schooljaar. Nijmegen: ITS

Variatie_in_schooltijden